Zittend op een krukje voor de tent, kokend op een gaspit, nadat ik deze na poging drie met een lucifer heb aangestoken. Om vervolgens de spaghetti iets te onhandig af te gieten waardoor meer dan de helft in het gras beland… Tja, niet alles met kamperen is ideaal. Maar waarom geniet ik er dan toch zo van?
Misschien is dat wel hetgeen wat ik juist zo leuk vind, het improviseren. Alles net even iets anders moeten doen als normaal. Het redden met de paar spullen die je mee hebt genomen. De vrolijke plastic borden en bestek. De tafel met verstelbare poten, De stoeltjes waar je in ploft en vervolgens met iets meer moeite weer uit komt. Lekker buiten eten. En vervolgens met je teiltje en een theedoek om je schouder gaan afwassen bij de afwashoek in het toiletgebouw. Gekgenoeg bij kamperen een van de gezelligste momenten. Even kletsen met andere kampeerders, kletsen met diegene waar je samen de afwas mee doet en weer voldaan en tevreden met de rammelende schone vaat terug lopen naar de tent. Om vervolgens een spelletje te gaan doen, te lezen of met een wijntje te genieten van het goede leven.
Terug naar de basis. Zou dat het zijn?
Oke. Ik begrijp dat als je niet van kamperen houdt, je bovenstaande misschien niet eens gelooft. Toch is het zo. Ik ga nog even verder met mijn betoog: Trots zijn als de tent staat en alle haringen er weer in zitten. Na een dag buiten, lekker rozig in je slaapzak kruipen. Het geluid van de rits van de tent die open of dicht gaat. Wakker worden van de geluiden in de natuur. Buiten ontbijten in het zonnetje. Vers stokbrood halen bij de bakker. Lekker wandelen, sporten of relaxen. Het getik van de regen op de tent. ’s Ochtends vroeg als iedereen nog slaapt in de stilte lopen naar de wc. Met de zaklamp zoeken hoe je moet lopen. Ontbijten met prachtig uitzicht.
Nog steeds geen herkenning?
Misschien komt het omdat ik er mee ben opgegroeid. Mijn ouders zijn echte kampeerders. Als klein meisje zat ik in de Ardennen in de tent in een emmer in plaats van thuis in een badje. De emmer verdween, maar de weekendjes Ardennen bleven tot mijn 15e. Een keer per jaar was het ’traditie’ om met de vriendengroep van mijn ouders en hun kinderen naar de Ardennen te gaan. Op een groot veld naast een rivier stonden we in een grote kring. Een fantastische sfeer! Bij het ontbijt kon er zomaar iemand aanschuiven en zo ging dat heel de dag door. ‘Mam, ik ben bij …’ Ik houd er van. Potje voetballen, spelletjes, dammen bouwen en zwemmen in de rivier, wandelingen maken, kanoën en ’s avonds wandelen door het donkere bos met zaklampen en daarna muziek en zingen bij het kampvuur. Fantastische herinneringen!
Maar buitenom de weekendjes naar de Ardennen gingen we iedere zomer vier weken kamperen. Met de De Waard tent Europa door. Van Turkije naar IJsland, van Ierland naar Noorwegen, van Spanje naar Polen. Omdat we altijd een rondreis maakten, verkasten we iedere 3 of 4 dagen. Er ontstond al snel een heel efficiënt systeem. Iedereen had zijn eigen taak en binnen no-time waren we ingepakt of uitgepakt. Ik kan de stokken en de volgorde van de stokken nog zo uit mijn hoofd uittekenen.
Mijn ouders zijn avonturiers. Je zal hen niet zien staan tussen de caravans of in een vaste vierkant omlijnde parkeerplek, tenzij het echt niet anders kan. Zij zochten altijd plekjes achteraf. Zo stonden we op veel bijzondere plekken.
Maar de allermooiste plek blijft in IJsland, met uitzicht op het ijsbergenmeer Jogullsarlon. Nadat we 10x met de kruiwagen de bagage hadden vervoerd hebben we zo genoten! De rits van je tent open doen en dan dit uitzicht hebben…. en dat terwijl je 7 jaar bent.. WAUW!
En zo kan ik terugkijken of heel veel mooie kampeervakanties! Dit verklaart wellicht ook waarom ik zo graag op reis ben en ook niet veel luxe nodig heb op reis. Altijd op pad, jezelf leren vermaken, samen met mijn broer zelfbedachte spelletjes spelen, wandelen door de bergen, dorpjes bezoeken, bloemen plukken, bewust genieten van de prachtige natuur.
Wat ik het lastigste vond als kind tijdens deze vakanties? Dat ik geen vriendinnetjes had om mee te spelen. Ook als kind was ik altijd een gezelschapsmeisje, wat graag afsprak met vriendinnetjes. Doordat we niet lang op een camping bleven en overdag vaak wat ondernamen, was er weinig tijd voor vriendinnetjes op de camping. En had ik die wel, dan blijven we speciaal voor mij een dagje langer. Mijn beste vriendinnetje op de basisschool woonde bij me in de buurt en we zagen elkaar bijna dagelijks. Dat was diegene die ik ging missen en waar ik na bijna vier weken weer heel graag naartoe wilde om te spelen. Gelukkig kunnen we er inmiddels, nu ze al jaren in het buitenland woont, wat beter tegen 😉
En dan heb ik nog niet eens vertelt dat we met alle spullen en z’n 4en op pad gingen in een lelijke eend. Of was deze al gesignaleerd op de foto’s? Dat trok vaak enorm de aandacht… Hoe dat kwam? Volgende week meer!