Waarom je binnenkort een weekendje naar de Ardennen wil? Hieronder 10 redenen. Misschien zitten er zelfs nog wat tips tussen.

1. Rust.
Je hoort de vogels en het is stil om je heen. Tenminste, op veel plekken in de Ardennen. Heerlijk! Ook in plaatsjes als Marche verbaas je je er soms over hoe weinig mensen er op straat zijn en hoe rustig het is. En in het kader van rust, helpt bij mij het bewust niet afsluiten van een internetbundel ook enorm. Gewoon even lekker offline en kletsen, spelletjes spelen en lezen..

In de periode april-mei staat er veel in bloei: prachtig!

2. Natuur.
Glooiende landschappen en soms flinke rotspartijen. Kabbelende beekjes, de geur van koeien, bloemen, gras en naaldbomen.

Wat is het hier mooi en rustig!

3. Sfeervolle stadjes en dorpjes.
Waarbij Durbuy mijn favoriet is. Het kleinste stadje van de wereld. Toeristisch, maar erg sfeervol. Voor auto liefhebbers ook een aanrader, want porches en ferrari’s zijn hier geen uitzondering. Ik ben normaal zeg maar van de categorie ‘He een rode auto’ maar een rode ferrari herken ik zelfs!

De rotspartij bij Durbuy, die ’s avonds mooi verlicht is.

4. Wandelen.
Wandelschoenen of gympen aan en wandelen langs de Oerthe of door het glooiende landschap. Tijdens de laatste wandeling kwamen we een groepje wandelaars tegen die rechtstreeks uit een wandelboekje kwamen gelopen: ‘Een groepje mannen en vrouwen van middelbare leeftijd, vrolijk kletsend in het Frans, in mooie wandeloutfits (wandelbroeken, wandelschoenen en t-shirts), de een met een rugzak (met uiteraard een veldfles water aan de zijkant), de ander met een grote stok als wandelstok, een jachthond die voorop liep en een man met een baard met bretels en flink het tempo erin.’ Geweldig! Ze genoten er duidelijk van! En wij ook, op onze gympen, spijkerbroek en zonder rugzak of water 😉

Wandelen in de omgeving van Somme-Leuze.

5. Kanoen.
Het vertrouwde beeld als je ergens de Oerthe ziet of een brug oversteekt: felgekleurde kano’s met een paar zwemvesten en een witte ton (het liefst et een rood deksel). De dubbele kano’s met inhoud die netjes gelijk peddelen en als een speer gaan, de dubbele kano’s die nog aan het uitzoeken zijn hoe het sturen ook weer werkt en die waarbij je denkt: ‘Ai.. succes!’. Zelf vind ik kanoen echt horen bij de Ardennen, maar ik betrap mezelf er keer op keer op, dat het toch zwaarder is dan ik denk. Vaak is het laatste stuk minder leuk en wordt het erg stil in de kano.. Gelukkig kun je kiezen tussen verschillende afstanden 😉

Kanoën in de Oerthe.

6. Ver weg en toch dichtbij.
Jaja, een geografisch voordeel van wonen in Zeeland. In twee uurtjes rijden wij naar de Ardennen (omgeving Durbuy). Dus laat het vanaf Utrecht drie uurtjes zijn 😉 Bij mij begint het jubelgevoel echt als ik het eerste echte dal inrijdt net voorbij Brussel (daar waar de bordjes Walibi langs de snelweg staan). Voor mij linken deze bordjes aan ‘We zijn bijna in de Ardennen’. Door het andere landschap en het Franstalige ben je gelijk echt in een andere wereld.

7. Nostalgie.
De madammekes, de typische gordijntjes, de beige koeien, de boerderijen, de grijze stenen huizen, de paadjes van grind met gras ertussen. Ik hou ervan!

Durbuy – het kleinste stadje ter wereld.

8. Stokbrood en eclairs.
’s Ochtends even wandelen naar de bakker in het dorp voor heerlijk verse croissants en knapperig stokbrood. En als het even kan een eclair. Een typische lekkernij die hier in iedere bakkerij te vinden. Een zacht langwerpig gebakje met banketbakkersroom en een chocolade- of glazuurlaagje. Hmmm!!

Een ochtendwandeling naar de bakker.

9. Belgisch bier.
Bij de Ardennen denk ik aan La Chouffe, omdat ik die brouwerij als kind wel eens heb bezocht. Maar Belgie staat bekend om zijn biertjes, dus na een wandeling of op een terrasje kun je heerlijk genieten van een Belgisch biertje. Of het nu 11.00 uur ’s ochtends of aan het eind van de middag is maakt hier niet zo veel uit.

10. Je Frans ophalen.
Even over schakelen naar het Frans. Een weekend is over het algemeen ideaal om een andere taal weer even op te halen. Ik, als geen talenwonder, kom er pas op zondagmiddag weer een beetje in, net voordat we weer terug rijden naar Nederland. Gelukkig kom je in de Ardennen ook een eind met Nederlands.

Wie weet er nog meer?

Geef een reactie