Nadat baby Martha is overleden, is vandaag de dag waarin we haar lichaam terug brengen naar haar familie. Een rit met gemengde gevoelens…

Als ik de volgende ochtend om 6.00 uur in de night duty room kom is het gek om maar vijf baby’s te zien. Overal duikt de naam Martha nog op en we wissen gedurende de ochtend de sporen uit. Haar naam van het medicijnbord, haar naam van de flesjes, haar voedingsschema’s kunnen weg. Het voelt vreemd om dit te doen. 

Veel tijd om hier bij stil te staan heb ik niet. Esther, haar tweelingzusje huilt en ik hoor dat ze 38,8 koorts heeft en veel heeft gehuild vannacht. Ik maak de panadol klaar en maak hierna een doek nat en wikkel haar hierin. Zo houdt ik haar een kwartier in mijn armen. Ze is stil en kijkt me aan met haar mooie kraaloogjes. Hierna is ze afgekoeld en houd ik haar in een droge doek vast, ze valt in slaap en zo zit ik een half uur met haar. Zij droog en warm, ik in een doorweekt shirt.

Baby Esther ingewikkeld in een warme, droge doek. Met zulke ogen begrijpen jullie vast dat een doorweekt shirt totaal onbelangrijk is op dat moment.

Ze hoest af en toe en het klinkt als dezelfde hoest als Martha. Ik vraag me af of martha haar aangestoken zou kunnen hebben, aangezien ze de eerste dagen van het hoesten naast elkaar lagen. Ik maak me zorgen, ze oogt duidelijk niet fit, we moeten echt met haar naar de dokter. Hier wordt later onze zorg bevestigd: ook longontsteking.. Ik voel boosheid en onmacht! Om te voorkomen dat de andere kleine babytjes het ook krijgen, wordt Esther in de couveuse gelegd.

Baby Esther.

Terwijl ik een van de kleintjes de fles geef, komt Christine (meisje van ik denk 8 jaar) binnen en vraagt waar de baby van op de tafel is. Ik denk snel na, er is niemand om te overleggen en ik besluit eerlijk te zijn. Ik vertel dat ze gisteravond is overleden en ze kijkt me geschrokken aan. Ze gaat snel naar de andere kinderen en al snel staan ze allemaal in de kamer. Ze zoeken haar en denken eerst dat ik haar vast heb. Ik leg uit dat baby Martha niet meer in deze kamer ligt. Ik vertel hun dat ze heeft gevochten, ze heel moe was en niet langer meer kon vechten. Nu is ze in goede handen en heeft ze rust. Ze lijken het vrij snel te accepteren, zijn ook wel het een en ander gewend en vertrekken niet veel later naar school. Ik hoop maar dat ik dit op de goede manier heb aangepakt. Later hoor ik dat het goed is, dat Els ze ook vaak nog het overleden kindje laat zien, zodat ze er afscheid van kunnen nemen, maar Els is nog steeds erg ziek van de malaria en dus vandaag maar even op deze manier.

Hierna pakken we snel wat flesjes water en gaan we met uncle Simon, de familie en Martha in een klein houten kistje met glazen venstertje de jeep in. Martha ligt in een mooi wit doek gewikkeld en we zien haar dus niet door het glazen venstertje. Ik zit voorin naast Simon. Het dorpje waar de moeder van Martha en Esther vandaan komt is ongeveer 1,5 uur rijden. Waarvan bijna de hele weg onverhard is. De moeder was niet getrouwd, dus er is geen vader in beeld en de moeder is overleden bij de bevalling en had HIV.

Ik zit met een dubbel gevoel in de auto. Als ik achter me kijk en ik zie Esther en de familie zitten met het kistje tussen hen in wordt ik stil. Als ik naar buiten kijk en het prachtige landschap zie en het Oegandese leven, dan geniet ik. Een rit met gemengde gevoelens dus! Ik pak mijn fototoestel en schiet onderweg behoorlijk wat foto’s. Ik probeer vast te leggen wat ik zie, maar op een onverharde weg valt dit niet mee.

Na anderhalf uur slaan we vanaf de hoofdweg een smal pad, recht de bush in. het pad is maar een meter breed en hier komen duidelijk nooit auto’s. Simon manouvreert de auto langs alle bomen en struiken en na 5 minuten komen we bij de village: 5 lemen ronde hutjes in een cirkel, met in het midden een grote stenen kookpot. Ik ben best gespannen. Hoe zal de familie regeren? De familie verwacht ons en staat op om ons te begroeten. Wanneer we uitstappen geeft een tante me gelijk een hand en een knuffel en blijft maar benoemen hoe dankbaar ze is voor al onze inzet en hulp. Ook de andere doen dit. De spanning glijdt van me af en de warmte en puurheid van de familie voelt goed.

Er zit een man erg te huilen, dit blijkt de opa te zijn. Zijn vrouw ligt in het ziekenhuis en hij heeft zijn dochter en twee kleinkinderen verloren. Er woont één kleinkind nog steeds bij hun, ze is 11 jaar en is samen met kleine Esther de enige die nog over zijn van het gezin. Onbegrijpelijk! Ze laten ons het graf zien van de moeder en haar zoon. Het is een mooie steen met de naam, data en een houten kruisje. Het ziet er goed verzorgd en mooi uit. Later realiseer ik me dat het graf van haar moeder er nog maar een paar weken ligt. Aan de andere kant van de moeder is een klein graf gegraven voor Martha. Terwijl we daar staan vertelt Simon het verhaal hoe het met haar is gegaan in Amacet. Wanneer de familie wilt weten hoe ze is overleden vertel ik het verloop van gisteravond. Ze zijn erg blij dat ik haar heb vastgehouden en bedanken ons nogmaals.

Een van de familieleden van Martha en Esther, zelf ook moeder van een tweeling.

Hierna gaan we even op het binnenplaatsje zitten en komt er nog meer familie naar ons toe. De tante heeft voor een lunch gezorgd, maar omdat ze begrijpt dat we niet lang kunnen blijven, krijgen we dit mee in een plastic zakje. Voordat we wegggaan willen we nog een laatste keer afscheid nemen van Martha. We gaan het lemen hutje in waar het kistje naar binnen is gedragen en daar ligt ze. Vredig in het witte doek in het open kistje. Wat is het toch een prachtig klein meisje!

De tranen rollen en de familie wil graag nog met zijn allen bidden. Een bijzonder en mooi moment. Hierna stappen wij en de meegereisde familie weer in de jeep en beginnen aan onze terugweg. Ik ben rustig en het voelt voor mij goed om haar terug te geven aan de familie. Naast haar moeder en bij haar familie is de plek waar ze hoort te rusten.

Als we terug zijn op Amecet ga ik gelijk bij Esther kijken. Het gaat niet goed met haar. Gelijk weer aan de slag dus! Ook al is alles wat er gebeurt heftig, ik ben er erg rustig onder en probeer zoveel mogelijk te relativeren. Ik sta er hier niet alleen voor en dat voelt goed. Ik red me wel…

Geef een reactie